Moniek Darge.
Godfried-Willem Raes weggedragen door Zam Ebale.
Emilie De Vlam.

Componeren en musiceren met het robot-orkest

De bouw van muzikale robots is echter slechts een enkele kant van de zaak.  Het gebruik ervan voor het realiseren van nieuwe muziek een heel andere.  Muziekautomaten hebben immers geen enkele reden van bestaan als ze niet daadwerkelijk worden gebruikt en hun nut en voordeel kunnen laten blijken.  Uitgerekend op dit punt is het Logos robot-orkest een geweldig succes gebleken.  Bijna honderd componisten uit binnen- en buitenland zijn ermee aan de slag gegaan, zodat we op dit moment reeds over een erg ruim en divers repertoire aan muziek kunnen beschikken waarvoor het inzetten van het robot-orkest onontbeerlijk is. 

De belangstelling voor het werken met het Logos robot-orkest bij experimenteel ingestelde componisten is in eerste plaats ingegeven door het evidente voordeel verbonden aan het gebruik van automaten : er zijn geen uitvoerende musici meer nodig.  Een van de grootste problemen waarvoor elke componist zich immers telkens weer geplaatst ziet is dat, wil hij zijn muziek uitgevoerd krijgen, hij er zal moeten in slagen musici ertoe te bewegen de moeite te doen zijn creatie degelijk in te studeren en uit te voeren.  De componist zal dan ook moeite doen om die musicus niet overmatig veel moeilijkheden te bezorgen, want als de nodige studietijd de pan gaat uitswingen, is het absoluut niet meer lonend het stuk in te studeren.  Dat dit heel erg vrijheidsbeperkend is voor de componist hoeft geen betoog.  Door gebruik te maken van robots, krijgen componisten eindeloos geduldige uitvoerders ter beschikking die bovendien op vele vlakken de technische mogelijkheden van menselijke uitvoerders ver te boven gaan.  Vanzelfsprekend zijn er ook een hele reeks beperkingen aan verbonden, niet in het minst omdat de robots slechts over een heel beperkte vorm van intelligentie beschikken en hen zowat alles van wat de componist van hen verlangt, ook expliciet in de vorm van geldige en juist geformuleerde commando’s moet worden opgedragen.  De componist die met de robots aan de slag gaat moet, anders gesteld, bereid zijn zelf een deel van de taken van de musicus op zich te nemen.  Niet die van de ambachtelijkheid van de musicus, maar wel die van zijn hoedanigheid als interpreet en kunstenaar. 

Maar niet alleen voor componisten die, los van de stijl en het idioom waarin ze werken, op traditionele wijze te werk gaan – dat wil zeggen, waarbij de muziek wordt geconcipieerd als een verhaal dat afloopt in een lineaire tijd zoals in een normale partituur – biedt het werken met robots voordelen, ook, zoniet vooral, voor de meest geavanceerde die gebruik maken van algoritmiek en real-time compositie waarbij vaak interactiviteit komt kijken.  Voor hen immers openen de robots tal van mogelijkheden omdat ze hun input net zo goed kunnen krijgen vanuit de meest diverse human-interfaces als van computers waarop sequencers of andere programma’s lopen.  Middels dergelijke interfaces kan zelfs zuiver improvisatorisch met de robots worden gemusiceerd, iets wat bij vele gelegenheden en door heel wat muziekmakers ook werkelijk gebeurde.  Uiteraard door de eigen Logos-medewerkers waaronder Moniek Darge – die er performance-matig mee aan de slag ging – Kristof Lauwers, Joachim Brackx en Yvan Vander Sanden.  Ook de Portugese componist Jonas Runa werd erdoor geïnspireerd.  Hij bracht het orkest tot op de Biënnale van Venetië in 2013, waar hij zijn interactief stuk met de robots in het Portugees paviljoen voorstelde.  In 2017 nog, werkte zowel een Berlijns muzikanten-collectief (Gamut), als de Nederlandse Bram Stadhouders met het robot-orkest en brachten het zo naar respectievelijk Berlijn (‘Wir sind die Roboter’ festival) en Grimeton (Zweden).  Met de medewerkers van Logos zelf, trok het orkest overigens ook naar Liepāja in Letland, ter gelegenheid van de opening van de prachtige nieuwe concertzaal in die stad. 

Logos heeft ook componisten in dienst, wier belangrijkste taak erin bestaat muziek voor het robot-orkest te concipiëren, te bewerken, te orkestreren en te programmeren.  Die taken worden vooral behartigd door Kristof Lauwers, die mee instond voor de ontwikkeling van de software waarmee het hele orkest wordt bestuurd (het GMT programma), Xavier Verhelst en Lara Van Wynsberghe.  In vroegere jaren, werd die taak eveneens uitgevoerd door Yvan Vander Sanden, Joachim Brackx, Kris De Baerdemacker, Sebastian Bradt, Hans Roels en Barbara Buchowiec. 

Compositieopdrachten voor het Logos robot-orkest werden in de laatste jaren ook verleend aan Vlaamse componisten zoals Joris De Laet, Hanne Deneire, Roeland Luyten, Frank Nuyts, Dirk Veulemans, Dick Van der Harst, Jan Bauman, Hans Roels en Thomas Smetryns.  De opdracht die we hadden voor Luc Brewaeys echter, werd door zijn voortijdige dood in 2015, nooit uitgevoerd.  Wel beschikken we over een geautoriseerde orkestratie voor het robot-orkest van zijn ‘Hermesfanfare’ uit 2005.  Voor 2018 werd ook een opdracht verleend aan Heleen Van Haegenborgh. 

Gespreid over de laatste twee decennia, verzorgde het Logos robot-orkest niet minder dan 400 avondvullende concerten.  Vele daarvan in de Logos Tetraëder, maar ook heel wat op belangrijke internationale podia in Glasgow, Parijs, Creteil, Maubeuge, Lille (Opera, Aeronef, Hôpital), Roubaix, Eindhoven (TU), Amsterdam (Orgelpark), Aielo, Denia, Madrid, Enschede, Den Haag (Conservatorium, Korzo), Tilburg, Breda, Middelburg, ’s-Hertogenbosch, München, Berlijn (Hau en Wir sind die Roboter), Köln (Gimik, Alte Feuerwache), Krakau, Hamburg, Macerata, Venetië (Biënnale, Portugees paviljoen), Rümlingen, New York (NIME), Brooklyn, Sheffield (Algomech), Stockholm, Liepāja …

In eigen land was het robot-orkest o. a.  te gast in Brugge (Concert­gebouw), Neerpelt (Musica), Brussel (BEAF in Bozar, AB, Ateliers Claus, Piano­fabriek), Mons, Tournai, Dendermonde (stadhuis), Mechelen (Techno­polis), Antwerpen (MuhKA), Gent (Bijloke, Handelsbeurs, UFO-gebouw, Vooruit, Conservatorium, Stadhuis, Sierkunst Museum), Leuven (KUL, Stuc, Waagehuys), Kortrijk (Kulak). 

In 2011 publiceerde Laura Maes, in samenwerking met Troy Rogers en mijzelf, een uitvoerig artikel over het Logos robot-orkest in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Computer Music Journal (nr. 35 : 4).  De foto van het robot-orkest sierde de frontpagina.  In dat artikel is onder meer een indrukwekkende lijst opgenomen van de vele internationale componisten die werk componeerden voor ons orkest.  Die lijst is inmiddels nog heel wat langer geworden.  Ook het orkest zelf is trouwens nog flink gegroeid. 

De bouw en ontwikkeling van gesofisticeerde muzikale robots bij Logos bleef ook buiten de wereld van de experimentele muziek niet onopgemerkt.  Zo bouwden we in opdracht van Aphex Twin (Richard James) in 2009 de < Hat > robot, later gevolgd door een opdracht voor de < Snare > robot.  Daarover verscheen een artikel in Rolling Stone dat zo’n grote impact had, dat de Logos-site, waarop al onze robots uitvoerig beschreven staan, meer dan een week lang volledig onbereikbaar was geworden  wegens een teveel aan trafiek …

Naar aanleiding van onze interactieve opstelling met de robots < Snar > en < Korn > in het UFO-gebouw van UGent, wonnen we in 2011 trouwens de publieksprijs op Art Bots, uitgereikt door TimeLab. 

In 2016 bouwden we voor de LOD productie ‘Helden’ met Josse De Pauw onze < Bug > robot, een automatische en beweeglijke bugel.  Met deze robot trokken ze twee jaar lang op tournee. 

Dat het Logos robot-orkest ook vandaag nog af te rekenen heeft met fervente en principiële tegenstanders (om hierboven aangehaalde redenen ligt het voor de hand dat die in de eerste plaats onder de musici moeten worden gezocht) is gebleken uit de aard van de onheuse beoordelingen die ons te beurt vielen door de Ministeriële adviescommissie die ons dossier voor structurele subsidiëring in de periode 2017-2021 als onvoldoende beoordeelde. 

Namuda dans

Mijn technologie om menselijke beweging via radar en sonar te capteren en hetzij rechtstreeks in audio om te zetten (zoals in ‘Holosound’) hetzij om er na data verwerking MIDI apparatuur mee aan te sturen was natuurlijk niet helemaal aan de aandacht van enkele dansers ontgaan.  Zo ging Emilie De Vlam reeds in 1986 met de magische Holosound-installatie aan de slag.  Het werd het begin van een lange en vruchtbare samenwerking die nog steeds voortduurt.  In 2000 schreef ik voor Dominica Eyckmans, die ook gefascineerd was geraakt door de mogelijkheden van die technologie, een stuk ‘Slow sham rising’ waarvoor ze naakt een hele dansperformance diende uit te voeren terwijl ze simultaan ook altviool moest spelen.  De geluiden van de altviool werden daarbij door haar bewegingen rechtstreeks gemoduleerd.  Dat stuk was een compositieopdracht die ik vervulde voor Champ d’Action.  De speciaal ervoor gebouwde apparatuur maakt exclusief gebruik van analoge elektronica, meer bepaald, analoge computer schakelingen.  Dat was tegendraads vanuit technologisch opzicht, maar superieur als het op responsiviteit en performance aankwam. 

Maar ook het Logos robot-orkest bleek volstrekt interactief te kunnen worden ingezet.  De door mij permanent steeds maar verder ontwikkelde technologie voor expressieve bewegingsherkenning vormde het vertrekpunt van niet minder dan zestig Namuda-studies die ik tussen 2010 en 2018 op algoritmische wijze componeerde.  Het zijn zonder uitzondering choreografische stukken die moeten worden uitgevoerd door ervaren dansers.  Daarvoor deden we steeds een beroep op gespecialiseerde dansers uit de wereld van de experimentele dans : naast Emilie De Vlam en Dominica Eyckmans waren dat ook Nicoletta Branchini, Jean Vinclair, Angela Rawlings, Marjolijn Zwakman, Toshi Iwaoka, Lazara Rosell Albear en de Afrikaanse dansgroep rond Zam Martino Ebale.  Aangezien hiervoor gebruik wordt gemaakt van sensoren die in hun werkingsprincipe berusten of de Doppler verschuiving van ultra­sone en/of microgolf signalen gereflecteerd door het lichaam, worden al deze stukken volledig naakt uitgevoerd.  Zodoende sluiten ze ook nauw aan bij de esthetica volgens dewelke ook de robots zijn ontworpen en gebouwd : als naakte leesbare machines waarin niets van hun werking wordt verhuld.  Het menselijk lichaam komt zodoende als machine van vlees en bloed tussen de machines van staal en elektriciteit te staan.  Niettemin zijn er ook nog de dag van vandaag mensen die daaraan aanstoot blijken te nemen.  Maar ja, zo zijn er ook vandaag nog wel mensen die Jan Fabre om precies diezelfde reden de rug toekeren … De meeste van deze Namuda studies hebben een tijdsduur tussen 8 en 20 minuten, waardoor ze werden opgenomen in de maandelijkse concerten van het robot-orkest bij Logos.  Een zestal van deze producties evenwel werden uitgewerkt tot volwaardige avondvullende voorstellingen die ook meerdere avonden na elkaar werden uitgevoerd : ‘Diptych’ in 2011, ‘Black & White’ in 2012, ‘Namuda Three’ in 2013, ‘Kine’ in 2014, ‘Onmogelijk’ in 2015 en ten slotte ‘Haram’ in 2016.  De dansers waar we voor die grote producties het meest intensief mee samenwerkten waren telkens Emilie De Vlam en Dominica Eyckmans.  Met Emilie De Vlam, een schitterende butoh-georiënteerde danseres, werken we tot vandaag nog steeds maandelijks een interactieve performance uit met het robot-orkest. 

Naar de toekomst toe willen we graag samenwerken met progressieve dansgezelschappen teneinde onze producties op dit vlak nog beter uitgewerkt en vooral verspreid te krijgen.  Het is ook de bedoeling mijn eigen rol daarin geleidelijk af te bouwen.  Nog steeds droom ik ervan als uitloper van die vele Namuda projecten, een fotoboek te publiceren onder de titel ‘RoBodies’ rond het mens-machine thema, daarbij uitgaand van naaktfoto’s telkens gemaakt rond een van mijn zeventig robots.  In 2017 had ik daarvoor ook een kunstenaarsbeurs aangevraagd, maar ook die aanvraag werd met de grond gelijk gemaakt. 

<<–

close-alt close collapse comment ellipsis expand gallery heart lock menu next pinned previous reply search share star